Deskundigen aan het woord..1.

Bij uitstek zijn het de deskundigen, die het verloop van de herziening in de Deventer Moordzaak (Den Bosch 2003/2004) bepalen... Of beter gezegd, het Hof bepaalt welke deskundigen het verloop van de herziening mogen bepalen. Dat het Hof daarvoor ten enen male de deskundigheid ontbeert, zal zij zichzelf moeilijk hebben kunnen voorhouden. Zo bescheiden zijn rechters nu eenmaal ook weer niet.
Uiteindelijke resultaat: de deskundige met het meest overtuigende verhaal of met het verhaal, dat het beste aansluit bij het dossier dat voorligt, wint.... Dat er voortdurend sprake is van tegenspraak tussen degenen, die de argumentatie van het Hof aandragen, vindt het Hof helemaal geen probleem (of erger: zij ziet het niet).

Een bloemlezing uit de verklaringen volgt hier. Gezien de veelheid aan informatie, beperkt deze pagina zich tot uitspraken rond het fenomeen radiopropagatie .

  Uit de verklaring Commentaar

ref

Procesdag 8 december 2003

JJR Heinen

Voorheen Telford, Dutchtone en Ben.

Wij hebben niet de beschikking over een lijst van nabuurstations die gold op 23 september 1999. Wij hebben uit een gesprek met de heer Rijnders begrepen dat die informatie niet meer voorhanden is. Het lijkt wel, of er later wel werd teruggevallen op deze lijst. Het lijkt er voorts op, dat er selectief met KPN-gegevens is omgegaan (c.q. naar is gevraagd).. 10101

R Steens

Tot januari 1999 KPN

Tussen 't Harde en Deventer staan honderden basisstations. Dat was in 1999 ook zo.(..)
Klopt gewoon niet, dan wel heeft het betrekking op alle netwerken tezamen en dan is het loze informatie. 10201
Op het moment dat meer dan 35 kilometer moet worden overbrugd, zal het GSM-systeem de verbinding met een bepaald opstelpunt verbreken. Gelet op de architectuur van het netwerk betwijfel ik of signalen op de GSM-frequentie vanuit het opstelpunt aan de Nieuwstraat in Deventer tot aan de omgeving van 't Harde kunnen reiken. Het is niet onmogelijk, maar ik heb daar twijfels over. Ook nu u mij zegt dat de afstand 't Harde - Deventer ongeveer 30 kilometer bedraagt. Ik heb overigens gemeten van basisstation naar basisstation en ben op 42 kilometer uitgekomen. De werkelijke afstand is 25 kilometer.

Zijn er dan nog steeds twijfels?

Hoe deskundig is een deskundige, die zo'n grote afwijking toelaat?

10202
Het bereik van een basisstation in een groot GSM-netwerk is vele malen groter dan een operator ooit zal gebruiken De operator is niet de degene die hier beslist, daarvoor zorgt een algoritme. Toevallige omstandigheden hebben invloed op het verloop. Het potentiële bereik is dus belangrijk. 10203

Emaus

Dienst BTO

Voor cell 14501 betrof het [de bakenfrequentie] BCCH 3.
De GSM meet continu de signaalcellen van de nabuurcellen en stuurt deze door naar het basisstation via measurement reports.
Het doorsturen vindt echter niet continu plaats om overbelasting te voorkomen. 10301
Afgelopen vrijdag 5 december 2003 heeft KPN ons een lijst van nabuurstations doen toekomen over de periode van 13 tot en met 27 september 1999. Deze lijst heeft betrekking op de basisstations Deventer, 't Harde, Nunspeet en Zwolle. De KPN blijkt nu wel op te trekken met de vervolgende partij, terwijl de verdediging eerst bakzeil haalde.

De timing is uiterst merkwaardig.

10302
Een mobiele telefoon in de idle mode zendt afhankelijk van de provider elke 30 of 60 minuten zijn location update naar het netwerk. Minuten moeten seconden zijn. 10303
Aan de hand van deze location update weet de provider in welk local area de mobiele telefoon zich bevindt. Het moment om aan te geven, dat de location area van Deventer slechts 10 km verwijderd lag van de route van EL. Verzuimd. 10304
Het netwerk heeft continu de timing advance gegevens nodig om te berekenen waar de mobiele telefoon zich bevindt (..) Omkering, om de TA te kunnen berekenen is de positie van het mobiele station nodig. TA werkt ook niet in idle mode. 10305
Tussen de locatie Deventer en de locatie 't Harde zijn door ons 11 best serving cells gemeten. Dat is wat anders dan honderden basisstations (meerdere cells per basisstation nota bene). (10201). 10306
Vervolgens is afgebeeld een kaart van het gebied tussen de A28 afslag 't Harde en Deventer. Op de A28 zijn drie punten aangegeven in het gedeelte voor de afslag 't Harde. Verdachte heeft verklaard dat hij zich tijdens het bewuste gesprek met [slachtoffer] waarschijnlijk op dit gedeelte van de A28 heeft bevonden. Tussen de cell 14501 in Deventer en deze punten zijn drie hoogtelijnen getrokken, een blauwe, een rode en een groene lijn. Wij hebben een dwarsdoorsnede gemaakt van het geografische gebied tussen de A28 afslag 't Harde en Deventer. Daarbij is er van uitgegaan dat de A28 ter plaatse op een hoogte van ongeveer 10m NAP ligt. In het betreffende gebied bevindt zich op de Doornspijkse heide een heuvelrug. Op de dwarsdoorsnede tussen de afslag 't Harde en Deventer bedraagt de hoogte van deze heuvelrug ongeveer 60 meter NAP. De redenering had moeten uitgaan van de plaats, die Louwes had aangeduid in de verhoren. Steeds heeft hij gesteld, dat dat tussen Harderwijk en 't Harde was, maar niet bij 't Harde. 't Harde was op zich al onlogisch, want juist het meest ongunstigste punt, om de mogelijkheid van een verbinding met Deventer te situeren. Als je van de veronderstelling wilt uitgaan, dat Louwes echt van de A28 belde, dan is het noodzakelijk een punt kiezen, dat hiervoor gunstig ligt. Dat betekent: positie Nunspeet 17 m hoog en hoogste punt Veluwe ter plaatse 27 m hoog.
Zo heeft deze verklaring geen enkele waarde.
10307
Professor Brussaard heeft al als voorlopige conclusie laten weten, dat er op 23 september 1999 geen sprake was van propagatie op de 900 megaherz GSM-band en dat hem een mobiele verbinding tussen de site in Deventer en de A28 bij 't Harde bijna uitgesloten lijkt. Ook deskundigen gaan al verklaren van horen zeggen. 10308
In november 1999 heb ik aan de KPN gevraagd om de relevante timing advance gegevens. Tot nu toe heb ik van KPN geen uitsluitsel gekregen over de vraag of die gegevens beschikbaar zijn. Eind oktober speelde de vondst, dat het basisstation 14501 het gesprek had afgehandeld en was er contact met de deskundigen van KPN. Daarna bleef de zaak kennelijk liggen. Geen meldingen meer in het tactisch journaal. 10309
Uit rapportage door KPN is ons gebleken dat er op 23 september 1999 in basisstation 14801 een storing is geweest en dat aan die storing tot 14.41 uur is gewerkt. (..) De KPN heeft gerapporteerd dat de storing betrekking had op capaciteitsproblemen en dat de storing is verholpen door uitwisseling van een aantal componenten. Hier was en is alle aanleiding, om de volledige rapportage van 23 september op te vragen. De storing werd verholpen door het vervangen van hardware. Dit is van belang met betrekking tot de optie van storing door de geomagnetische storm van 22 en 23 september. De rest van de rapportage is niet besproken tijdens het proces.
10310

HE Laarman

Recherche Zwolle

Ik heb in mijn contacten met KPN niet de mogelijkheid besproken om de timing advance gegevens van het bewuste gesprek op te vragen. Die mogelijkheid is mij pas onlangs bekend geworden. Hieruit zou men concluderen, dat er geen overleg heeft plaats gevonden tussen tactische en technische recherche n.a.v. de veronderstelde telefoonverbinding, terwijl dit wel de aanleiding vormde voor de vervolging van EL. 10401

J Visscher Teamleider recherche Zwolle

Ik weet dat op een gegeven moment het fenomeen radiopropagatie ter sprake is gekomen. (..) Er was verschil van mening tussen diverse deskundigen. Het team is afgegaan op de deskundigheid van de heer Rijnders van KPN. Deskundigheid blijkt op diverse niveau's door diverse filters te gaan om uiteindelijk zo schadelijk mogelijk voor de aangeklaagde uit te pakken...
De rol van KPN is onduidelijk op zijn minst.
10501
Zitting bij rechter-commissaris op 9 december 1999 Een tussengevoegde verklaring, die niet op het proces zelf werd afgelegd, dus ook niet onder vuur van de verdediging kan hebben gelegen.  
J.D. Rijnders, systeemspecialist bij KPN Een mobiele telefoon die belt maakt een keuze uit het aanbod van basisstations, afhankelijk van het sterkste signaal en de beste kwaliteit. De mobiele telefoon kiest één basisstation. Indien echter het beste basisstation vol is, wordt door de mobiele telefoon het een na beste station gekozen; dan ziet de mobiele telefoon dat laatste station als beste station (dossier p. 165). Deze lezing is volstrekt onjuist, want betreft het gedrag van een mobiele telefoon die niet belt (idle mode). Het netwerk geeft aan, hoe een bellende mobiel moet uitwijken bij te grote drukte.
11601
Met een computersimulatie hebben we het bereik beoordeeld van basisstation 14501. Het resultaat staat op een kaartje dat de rechter-commissaris aanduidt met nr. 5 (dossier p. 178) en op grond hiervan moet worden geconcludeerd dat de mobiele telefoon (Hof: van verdachte op 23 september 1999 te 20.36 uur) zich in of in de onmiddellijke omgeving van Deventer moet hebben bevonden (dossier p. 167). De zogenaamde computersimulatie zegt niets over de bijzondere omstandigheden en daaruit voortvloeiende gevolgen. Daarover zou het wel moeten gaan. 11602
Op 8 december 1999 heb ik met een KPN-auto met apparatuur voor veldsterktemeting van het gsm-netwerk een test uitgevoerd. Ik ben gaan rijden vanaf het opstelpunt van basisstation 14501 in de Nieuwstraat in Deventer. Met speciale apparatuur werd het aankiezen van andere basisstations tegengehouden om de gsm te dwingen het basisstation 14501 te kiezen. Als maximale afstand van bereik tussen de gsm en basisstation 14501 is 12 km. gemeten, en dat nog maar heel even, zo’n 2-3 seconden; daarna viel de gsm terug op andere basisstations. Uit deze test blijkt hetzelfde resultaat als uit de computersimulatie (dossier p. 167-168). Uit het resultaat zelf blijkt, dat de testopstelling niet voldeed. Daarnaast was de test op voorhand nutteloos, omdat de bijzondere omstandigheden, die als verklaring werden aangevoerd niet werden nagebootst. 11603
Ook zou als uitzondering het volgende kunnen worden aangemerkt: radiogolven die verder gaan dan bedoeld. Zoiets komt een paar keer per jaar voor. (..) In zo'n geval betekent het dat er dan een verbinding is tussen een GSM met een basisstation dat, gelet op de plaats van het gebruik van de GSM, niet voor de hand ligt. Maar dit komt maar een paar keer per jaar voor. "Maar dit komt maar een paar keer per jaar voor." Doelt getuige hier op omstandigheden, die dit toelaten of op een enkel gesprek? Hier wreekt zich de mogelijkheid een getuige te horen voor een rechter-commissaris: de goede man kwam kennelijk niet op het idee, hierover door te vragen, terwijl dit punt essentieel is. 11604
Rapport d.d. 30 december 2003

Prof. F. Jondral, hoogleraar aan en directeur van het Instituut voor communicatietechniek van de Technische Universiteit van Karlsruhe:

Volgens deze deskundige is het in principe mogelijk, maar hoogst onwaarschijnlijk dat een mobiele telefoon op de A28 nabij 't Harde met een zendvermogen van maximaal 2 Watt vanuit een voertuig zonder carkit en buitenantenne verbinding met basisstation 14501 te Deventer kan maken. Dat geldt eveneens wanneer met het hoogteprofiel tussen Deventer en 't Harde rekening wordt gehouden. Een dergelijke verbinding zou slechts mogelijk zijn indien er sprake is van bijzondere propagatieverhoudingen, bijv. weersomstandigheden - prof. Jondral noemt onweer - en indien er geen basisstation in de buurt van de gsm te vinden was dat een betere verbinding tot stand kon brengen dan basisstation 14501 te Deventer. Waar dat 'onweer' vandaan komt is volstrekt onduidelijk en niet in overeenstemming met hetgeen vele andere deskundigen daarover stellen. Mogelijk is het bedoeld als voorbeeld... 12701
Uitspraak 9 februari 2004

Het Hof

Het hof tekent hierbij aan dat van dergelijke bijzondere weersomstandigheden niet is gebleken. Weliswaar is op de avond van 23 september 1999 sprake geweest van onweer, maar dat bereikte, blijkens een rapport van het KNMI van 8 oktober 2002, de A28 nabij afslag Harderwijk pas omstreeks 21:45 uur, komend vanuit het zuidwesten en trekkend naar het noordoosten. Zo gaat dat, inhakend op een vrij loze veronderstelling wordt hier een deskundigen-oordeel gegenereerd door het Hof zelf! Let op het gebruik van 'dergelijke', waardoor een mogelijk voorbeeld tot een categorie wordt verheven. 14801
Procesdag 26 januari 2004

Prof.  G. Brussaard, Hoogleraar Technische Universiteit Eindhoven

Ontvangst over abnormaal grote afstanden op de GSM-frequenties kan alleen optreden door bijzondere buigingsverschijnselen in de atmosfeer op de hoogte van de zender en de ontvanger, dus van grondniveau tot maximaal enkele tientallen meters hoogte. De omstandigheden waaronder deze bijzondere buigingsverschijnselen zich kunnen voordoen zijn die van zeer stil weer. Dan kunnen zich in de atmosfeer vlak bij de grond stabiele lagen vormen met temperatuur-inversie. Voorbeelden van zulke weersomstandigheden zijn stille zomernachten of dagen met grondmist of smog. Deze omstandigheden waren op de data 23 september 1999, 22 november 1999, 30 november 1999 en 20 december 1999 geheel afwezig. Blijkens de rapporten van het KNMI was op die data sprake van onstabiele lucht en regenachtige omstandigheden. De genoemde data vormen op zich een raadsel. De rapporten van 23 september spreken van juist die omstandigheden, die prof. Brussaard hier opsomt! Voorts is inversie op dat moment uit weerrapporten af te lezen.

Let ook op het rapport dat het Hof hierboven aanhaalde om juist de tegengestelde weersomstandigheden te bestrijden!!

Merk vervolgens op, dat het Hof nu niet op de juiste tijdstippen let en eerder wel!

13701
Overigens zou de ontvangst over abnormaal grote afstanden op de GSM-frequenties leiden tot grote verstoringen van het netwerk. Dit is in werkelijkheid wel eens gebeurd. De capaciteit van het netwerk stort dan in. Het netwerk is immers gebouwd op een ordelijk gebruik van frequenties. De netwerkoperator zal dit zeker merken. Minder mensen dan normaal zullen dan kunnen bellen. Nergens wordt duidelijk gemaakt, dat het punt van de verdediging nu juist is, dat dit de situatie was. Nergens wordt ook duidelijk gemaakt, dat een adequate rapportage van de KPN op dit punt ontbreekt. De enige beschikbare rapportage spreekt van een storing met betrekking tot capaciteitsproblemen (10309). 13702
De raadsman vraagt mij of ik het eens ben met de stelling van professor Jondral dat achteraf niet is vast te stellen of zich op 23 september 1999 ongebruikelijke voortplantingsverschijnselen van radiogolven hebben voorgedaan.

Met die stelling ben ik het niet eens. Uit eigen onderzoek en een veelheid van literatuur is mij bekend dat voor ontvangst over abnormaal grote afstanden op de GSM-frequenties een stabiele luchtopbouw noodzakelijk is. Uit rapporten van het KNMI blijkt dat er op die bewuste dag sprake was van (winterse) buien en wind. Hierdoor mengt de atmosfeer zich en ontstaan er geen stabiele lagen.

Nogmaals een bevestiging van de hier gemaakt uitglijder:
  1. de weersomstandigheden waren juist wel geschikt voor inversie (veel uitstraling, weinig wind), en
  2. er was wél inversie (KNMI weerballon)

Eea is heel duidelijk zichtbaar via de regenradar.

13703