CSI Deventer

Hier zal ik twee scenario's met elkaar vergelijken:
Scenario 'Rood' gaat uit van de moord op donderdag 21:00 uur of daaromtrent.
Scenario 'Groen' gaat uit van de moord op zaterdag 00:00 uur of daaromtrent.

In 'Rood' geldt: ontdekking na 40 uur, sectie na 64 uur.
In 'Groen' geldt: ontdekking na 13 uur, sectie na 37 uur.

Tenslotte: september 1999 was meteorologisch gezien een recordmaand. De temperatuur lag in vele opzichten steeds boven normaal, ook in het besproken tijdframe. Buiten was het 's middags boven de 20C, 's nachts niet onder de 15C, dus moet het binnen gemiddeld ook boven de 20C geweest zijn. Alle hier te bespreken processen zullen zich dus voltrokken hebben, alsof het zomer was. Zie voorts: http://demoza.pbwiki.com/resultaat.

Ogen

Drie feiten dus:

De ogen zijn open
Dit betekent niet op voorhand, dat deze altijd open waren; het blijkt een regelmatig voorkomend postmortem-verschijnsel te zijn (ca. een kwart van alle gevallen), dat de ogen vanzelf na enige uren open gaan en later zich weer sluiten. Het verschijnsel van open ogen is echter gebonden aan een strikte tijdlijn:
"In about 27 per cent of cadavers dead from 6 to 12 hours the eyelids were open and thereafter they were closed gradually and all of them were closed from 36 hours to 4 days" (mijn cursief) en
"The findings whether the eyelids of cadavers are closed or open may be utilized as a criterion for estimating the postmortem interval; the cadavers with open eyelids are estimated to have been dead less than 36 hours or over 4 days."
'Rood' zit dus boven het maximum, 'Groen' zit geheel in het optimum (na 12 uur).


De ogen zijn bol
"Loss of pressure within the eyes (intra-ocular tension) - Within 24 hours of death."
"4 - 8 hrs Tension was reduced to almost nil (..) 12-24 hrs Maximum wrinkling of corneal surface with central depression"
Meer kwantitatieve gegevens hier:

Oogdruk afname in India (gemiddelde temperatuur als 30oC aangehouden), in een Turks ziekenhuis (gemiddelde temperatuur als 10oC aangehouden) en daaruit geschat gemiddelde voor kamertemperatuur)


'Groen' met 12 uur kan, 'Rood' met 40 uur is volstrekt onwaarschijnlijk.

De pupillen zijn zwart
De transparantie van de ogen bij overledenen is uitvoerig onderzocht in twee Japanse publicaties (circa 600 gevallen), die ik in twee grafieken heb samengevat:



In beide grafieken (absolute aantallen en voortschrijdend gemiddeld van 5 uur oplopend) heb ik weer aangegeven, hoe de match uitvalt met de gegevens uit de Deventer moordzaak; de resultaten zijn volstrekt vanzelfsprekend. Zij worden ondersteund door literatuur verwijzingen in hetzelfde artikel: 13 auteurs zijn het er over eens, dat zwakke troebeling zich beperkt tot 12 (9 auteurs) á 24 uur (3 auteurs) en daarentegen een sterke troebeling optreedt na (36 tot) 48 uur (3 resp. 7).
In de onderste figuur is een geïdealiseerde weergave geprojecteerd, door het plotten van Bezier-curves (met Coach6 - Universiteit van Amsterdam) en het vastleggen van de bijbehorende waarden. Hierdoor kunnen de volgende verwachtingswaarden worden afgelezen bij 13 respectievelijk 40 uur PMI:

vertroebeling hoornvlies
 

transparant

zwak vertroebeld

troebel

13 uur

56%

33%

11%

40 uur

0,001%

0,3%

99,7%

Rigor mortis (lijkverstijving).

Gegevens hierover komen uit de sectie van zondag. Er was nog verstijving aanwezig, in hoofdzaak in de beenspieren (dus ook elders). Voorts was het door verstijving niet mogelijk de mondholte te inspecteren. Daar was de verstijving het hevigst.
De meeste aandacht gaat uit naar de verstijving in de kaken, want daar is deze normaal gesproken het eerste weer weg:
"This stiffening starts at the neck and lower jaw and spreads downward. Onset of rigor mortis may start from 15 minutes to 15 hours after death, but as a general rule, it starts 5 to 6 hours after death. The upper part is affected within about 12 hours and the whole body within about 18 hours. Rigor mortis usually disappears within thirty-six hours, again beginning at the head and neck and extending to the lower parts of the body. This latter process may take from 8 to 10 hours. "
Volgens gegevens van Niderkorn (1872) in #2 bereikt rigor binnen 7±6  uur zijn maximum:

Beschrijvingen van het rigor mortis proces zijn niet eenduidig, het verschijnsel blijkt zeer afhankelijk van de temperatuur:

In #20: Verfahren zur Todeszeitbestimmung (7Svenja Höing 2003). De zwarte cirkel is aangegeven in overeenstemming met de beschrijving van de rm tijdens de sectie.

Maar een grootst gemene deler voor een gemiddelde temperatuur laat zich wel afleiden, zie de grafiek met alweer de bekende pijlen erin:

Ik heb nu voor elk scenario twee pijlen ingetekend. Immers, tussen zaterdag en zondag werd het stoffelijk overschot vermoedelijk gekoeld en werd het postmortem proces wellicht vertraagd. Hoe dan ook valt ook hier het rode scenario buiten de boot.

Een aspect dat rigor mortis in zekere zin onvoorspelbaar maakt, is het verschijnsel, dat rigor mortis verbroken kan worden; door de ledematen te 'verbuigen' worden de gewrichten weer beweegbaar, waarna de rigor mortis zich opnieuw kan instellen, of niet. Of minder. Op de plaats delict is zichtbaar, dat zowel de armen, als de benen in een min of meer onnatuurlijke houding 'liggen'. Kunz 2012 heeft nader onderzoek hieromtrent uitgevoerd (ref. #25).

Plaats delict. Uit de 24 uur later gemaakte foto's op de sectietafel, blijkt, dat de arm- en beengewrichten zijn verbogen op de wijze, zoals hier aangegeven met de pijlen. Zeer waarschijnlijk is dit gebeurd bij het voorbereiden van het stoffelijk overschot om te worden vervoerd naar het mortuarium. Dat was rond 15:00 pm 23 september 1999, dus in het rode scenario 42 uur PM. In het groene scenario na 15 uur.

De volgende dag werd er overal weer rigor mortis waargenomen, voor zover de vage formulieringen in het sectie rapport - bedoeld als een wetenschappelijk rapport :( - het toelaten dit hierin te lezen.


In #25: Hier wordt gedemonstreerd, dat alleen gewrichten, die binnen de ongeveer 24 uur PMI worden verbogen weer opnieuw verstarren. Weer strijdig met het rode scenario en geheel in overeenstemming met het groene scenario.

Kunz (ref #25) heeft ook gegevens over de mate van herstel van de rigor. Deze zijn verwerkt tot dit diagram. Ook dit correspondeert wel met het groene scenario (een kortere PMI is zelfs waarschijnlijker, zoals bij vele verschijnselen hier), maar in het geheel niet met het rode.

Hypostasis ofwel livor mortis (eng: lividity).

De rode bloedlichaampjes (hogere dichtheid) zakken zodra de hartslag stopt, geleidelijk omlaag en zoeken de laagste plekken in het lichaam op. Hierdoor ontstaat in de huid een karakteristiek patroon, waarbij de scheidslijn zich houdt aan de wetten van de zwaartekracht. De kleur is purper.
De wetmatigheden zijn duidelijk omschreven en variëren nauwelijks van elkaar in de diverse bronnen:
"The discoloration increases in intensity and usually becomes "fixed" in about 8-10 houres (..) Prior to fixation, the body can be moved many times and the blood will resettle each time into the dependent areas. (..) Patterns of livor mortis in non-dependent areas indicate the body or body part has been moved after death"
Dus geeft hypostasis een aanwijzing, hoe lang een stoffelijk overschot onaangeroerd op het PD heeft gelegen. Ligt het er meer dan 10 uur, dan worden de vlekken definitief. Op zaterdag werden patronen (in het gezicht) aangetroffen, die er zondag niet meer waren, zij waren dus niet definitief. Volgens het rode scenario lag het stoffelijk overschot toch wel zo'n 36 uur onaangeroerd op het PD. Volgens het groene scenario, was dit veel korter, als je de steekhandelingen meerekent: 9 uur of daaromtrent. Dus ook hier weer geen steun voor 'rood'.
Maar het wordt nog duidelijker:
Tijdens de sectie is er sprake van livor mortis aan de achterzijde, de meest voor de handliggende plek. Deze is nog steeds "in geringe mate wegdrukbaar".
Japans onderzoek (ook weer tweemaal) laat duidelijk zien, hoe dit zich verhoudt tot de bekende gegevens, daarbij is ernaar gestreefd de wegdrukbaarheid in klassen in te delen, zodat een vergelijking heel goed mogelijk is.
Wel moet bedacht worden, dat de teller pas start op het moment, dat het slo op de rug gedraaid werd. In het rode scenario bestaat daaromtrent geen uitspraak, er is domweg geen reconstructie gemaakt. In het groene scenario (zie mijn [www] >MO delict) was dit uren na de moord, zeg rond 04:00 op zaterdag. Voor het rode scenario houd ik de originele waarden aan (vgl. de rigor mortis), voor het groene scenario dus de nieuwe tijd.

Bovenste twee diagrammen: 158 gevallen; onderste diagram: 110 gevallen.

Ook moet weer rekening gehouden worden met de effecten van koeling, daarom staan er weer twee pijlen; er is (royaal) een effect van 18 uur ingeboekt.
Uit de diagrammen blijkt, dat het in het groene scenario mogelijk is, dat de livor nog wegdrukbaar was, maar in het rode scenario zou dat een volslagen unieke waarneming opleveren!
Ook hier is weer een Bezier-aanpassing berekend, met de volgende verwachtingswaarden als resultaat:

Wegdrukbaarheid livor mortis
 

geheel

gedeeltelijk

nauwelijks

niet

15 uur

11,3 %

11,6 %

28,3 %

48,8 %

33 uur

0 %

0 %

1,3 %

98,7 %

46 uur

0 %

0 %

0 %

100 %

64 uur

0 %

0 %

0 %

100 %

Ontbindingsverschijnselen

Vijf verwijzingen laten zich uit over het verschijnen van de eerste groene verkleuring van de buikwand bij gematigde temperaturen:

12-36 uur
24-36 uur
24-36 uur
24-36 uur
36-72 uur

De laatste waarde lijkt af te wijken, maar de stelling: "Putrefaction is optimal at temperatures ranging between 70-100 oF (21-38 oC)" uit deze bron gaat hier wel degelijk op: het stoffelijk overschot lag binnenshuis, waar het gezien de weersomstandigheden redelijk in de buurt van 25 oC moet zijn geweest - het was een recordmaand (warmste september in 300 jaar) en overdag was het op de 24e en 25e ruim boven de 20 oC met veel zon. (Zie voorts: http://demoza.pbwiki.com/resultaat.)
(Wat dit betreft was het dragen van een dik vest ook heel wonderlijk).


De beschreven verkleuring "De buik was licht gewelfd en grotendeels in geringe mate grauwgroen" past het best bij het groene scenario (sectie na 37 uur, correctie voor koeling), in geval van het rode scenario was het slo al 64 uur overleden.
De zogenaamde groenkleuring wordt opgevolgd door de vorming van een gemarmerd patroon (36-48 uur). Daarvan is echter geheel geen sprake in het sectieverslag (voor zover dit publiek is). Tijdens de sectie is wel sprake van onaangetaste organen, waaruit blijkt dat de ontbinding zich in een beginstadium bevond. Het rode scenario is ook hier niet passend te krijgen.

Spijsvertering

Uit het sectierapport: "De maag was normaal van vorm, grootte en kleur en bevatte circa 200 cc fijn verdeelde brokkelige/slijmerige voedingsresten. Hiermee was een groot deel van de maag opgevuld tot aan de sluitspier.(..)" Het TJ maakt daarvan:" In de maag van het slo. bevond zich nog een groot deel voedsel." Dit is opvallend, omdat hetgeen in het TJ staat in tegenspraak is met het gegeven in het sectierapport, dat immers wijst op een redelijk lege maag. Het lijkt er op, dat ook hier weer naar een resultaat wordt toe geredeneerd.

In literatuurbronnen, waar wat dieper op dit onderwerp wordt ingegaan (zie verwijzingen in het diagram), wordt aangegeven, dat in 'veldomstandigheden' doorgaans wat omvangrijker maaltijden worden genoten, dan tijdens experimentele laboratoriumonderzoeken. Het gaat dan al gauw om maaltijden van 1 à 2 kg. Blijven wij hier aan de veilige kant (800 gram is volgens een andere bron weer redelijk), dan volgt hieruit, dat het slachtoffer toch nog maar zo'n 20%-25% van de maaltijd in de maag heeft, zeker ook, als je rekening houdt met ontwikkeld maagzuur en eventueel gebruik van vocht tijdens en na de maaltijd.
Voorts wordt aangegeven, dat in nauwkeuriger studies een langere verblijftijd van het voedsel wordt gevonden, dan doorgaans werd aangenomen. Nu zetten wij dit af tegen de gegevens uit twee systematische studies, zoals deze in bijbehorend diagram zijn weergegeven. Wij zien dan, dat een halfwaardetijd van 4 à 5 uur (277 minuten) volkomen gemiddeld is. Is méér dan de helft van het voedsel verteerd, dan mag gemiddeld een veel langere tijd worden aangenomen. Bij een tijdstip van de maaltijd van rond 19:00 uur (zoals veelal op basis van de gewoontes van het slachtoffer wordt aangenomen), ligt het meest waarschijnlijke (bedoeld is: op gemiddelde waarden afgestemde) tijdstip van de moord rond middernacht, en is het behoorlijk onwaarschijnlijk, dat het delict al rond 21:00 werd gepleegd (zoals gesteld door het OM, en lijkt te worden verdedigd door het team van Maurice).

Tenslotte

In "Estimation of early postmortem intervals by a multiple regression analysis using rectal temperature and non-temperature based postmortem changes. (J Clin Forensic Med. 2005 Oct; 12:249-53)" schrijven Kohji Honjyo, Kosei Yonemitsu, Shigeyuki Tsunenari het volgende:

"Five general methods based on rectal temperature and a multiple regression analysis using rectal temperature and non-temperature based postmortem changes were applied to 212 postmortem cases of within 24h postmortem (PM) intervals. Non-temperature based postmortem changes of rigidity, hypostasis and corneal turbidity were numerically categorized and used with rectal temperatures as four statistical variables in the multiple regression analysis.(..) The correlation coefficient values between true and calculated postmortem intervals were 0.78-0.82 in the five general methods based on rectal temperature. The multiple regression analysis produced a multiple correlation coefficient value of 0.89 and according to the error ranges of the PM intervals, 72% of the cases were estimated within the error of +/-1.0 h and 92% within +/-5.0 h. Although assessments of non-temperature based PM changes are mostly subjective and have a wide variation, the present study demonstrated a usefulness of non-temperature based PM changes in the estimation of PM intervals. "

Waarmee ik maar gezegd wil hebben, dat het toch wat vreemd is, dat op basis van een neergelegde stapel kranten het gerechtshof van Den Bosch concludeert, dat het delict ruim 24 uur eerder plaats vond, dan alle forensische indicatoren aanwijzen….