De redenering is gebaseerd op het verschil in registratie van datum en tijdstip in het fotobestand zelf en de gegevens van dit bestand in het DOS van de computer. De redenering, die hieraan ten grondslag ligt, gaat voorbij aan het gegeven, dat er twee principieel verschillende wegen bestaan, om de laatstgenoemde registratie te verkrijgen:
Het team ontdekte, dat een zelfde tafereel, genomen door twee verschillende digitale camera's een totaal verschillende manier van registratie had ondergaan; in één van de twee gevallen waren datum van opname en DOS-datum vrijwel gelijk (Er zat door zomeren wintertijd een uur verschil tussen plus enige seconden). Dat zou dus de correcte datum moeten zijn geweest. Het bewijst echter alleen, dat hier een geheugenkaart werd gebruikt, waardoor de verkeerde datuminstelling van de camera op twee verschillende plaatsen terecht kon komen.
Het team rond Maurice verkreeg in 2006 via de verdediging van Ernest Louwes een CD-ROM met fotomateriaal van de blouse. Op deze CD-ROM bleken o.m. foto's van twee digitale camera's te staan. Bestudeer je fotobestanden, dan kun je in die bestanden twee soorten datum/tijdgegevens aantreffen:
En nu volgt het misverstand: een digitale camera is ook een computer. De twee vastgelegde datum/tijden zijn derhalve vrijwel gelijk. Er behoort slechts een fractie van een seconde tussen de twee datum/tijden te zitten, de tijd die nodig is om de genomen foto uit het geheugen van de camera/computer op de geheugendrager te zetten (geheugenkaartje). Deze tussentijd is in de afgelopen jaren steeds verder geslonken - de camera's (en geheugenkaartjes) zijn steeds 'sneller' geworden.
Op de CDROM staan twee reeksen, die van belang zijn, een reeks gemaakt met een KODAK DCS-760c en een reeks, gemaakt met een SONY DCR-PC110E.
De datum-gegevens van de SONY komen overeen met bovenstaande beschrijving: de gegevens in de foto komen overeen met de bestandsgegevens. Dit zegt dus NIETS over de nauwkeurigheid van deze gegevens. Als de SONY-klok verkeerd stond ingesteld (en dat kan worden aangetoond), zijn de foutieve gegevens gewoon op TWEE plaatsen gekopiëerd.
De datum-gegevens van de KODAK vertonen een ander patroon. De foto-datum/tijdgegevens wijken sterk af van de bestands-datum/tijdgegevens. De verklaring is eenvoudig: als je de foto's via een USB-kabel van de camera 'overspoelt' naar de computer, dan blijven de datum/tijdgegevens IN de foto hetzelfde, maar de bestands-datum/tijdgegevensgaan verloren. Deze nemen nu het tijdstip uit de computerklok over van het moment dat de foto's zijn OVERGESPOELD. Nu vertonen de datum/tijdgegevens dus twee soorten fouten: de onnauwkeurigheid van de klok van de camera EN de onnauwkeurigheid van de klok van de computer.
Omdat de INHOUD van de foto's aangeeft, wanneer de foto's genomen kunnen zijn, zijn ze goed te dateren. Aan de data, die in de bestanden staan heb je verder NIETS. Het team van Maurice ontging de consequentie van de verschillende methoden, waarop de diverse data in de diverse bestanden terecht komen. Zij dachten, dat de SONY-data wel klopten, omdat de SONY-data gelijk vielen met de computerdata. Het ontging ze, dat de betrokken computer de SONY-camera zelf was.
De beschrijvingen van dat mes kloppen voor geen meter met de eigenschappen van het Global mes (o.a. door het gebruik van karakteristieken als groot en met zwart heft). Voorts noemen meerdere getuigen juist andere (typen) messen in hun verklaringen.
De ex:
1)Het mes was circa 30 centimeter lang. Het betreft een heft en lemmet uit één geheel. Het betrof een soort overlevingsmes. Dit mes zat in een zwarte schede. Het heft was mogelijk zwart en/of zilverkleurig . Het lemmet was zilverkleurig en het was volgens mij aan een zijde snijdend. Het lemmet liep aan de voorkant (punt) in een boog omhoog. De breedte van het lemmet zal ca. 2,5 cm - 3 cm breed zijn geweest
2)Hij had hoge laarzen en ik heb gezien dat hij een mes hierin had. Ik heb het heft gezien, maar niet het lemmet. Het heft was zwart met een zilver randje aan de bovenkant.
3 & 4) Volgens getuige had [hij] in de tijd dat zij bij hem over de vloer kwam een groot apart mes en een vuurwapen onder zijn kussen in bed liggen. Zij had beide wapens wel eens in haar handen gehad en bekeken. Ook droeg hij altijd een Zwitsers mes bij zich. (mijn cursief).
Geen van deze beschrijvingen lijken op het Globalmes (GS8), dat omlaag gebogen is, nogal klein en een metalen heft heeft. (In een ander rapport wordt dan ook een overlevingsmes met een omhooglopende punt getoond). Voorts verklaart Michael, dat hij dit mes, dat de getuige hier beschrijft intussen had verkocht aan een kok.
Dan is er nog getuige L, die soms zo geciteerd wordt,
dat het ergens op gaat lijken: "Ik heb het mes in zijn
laars een aantal malen gezien. Hij toonde het aan mij
en anderen. Het mes was circa 15 à 20 centimeter lang.
En het lijkt heel erg op een Global-mes. Want die
hebben een lemmet dat verzonken zit in het mes zelf en
met allerlei puntjes op het heft. En dat was het geval
met dit mes."
Maar zijn inleiding verknoeit het beeld nogal: "De
leatherman mes had hij in een lederen holster aan zijn
riem hangen. En het grote lange mes droeg hij
in zijn laars." (mijn cursief).
En ook zijn eindconclusie haalt de Global GS8
hypothese nogal onderuit: "En het mes is te groot
om een sinasappel of appel te schillen." (Het Global
GS8 mes is een mes op groenteknollen te schillen cq.
vorm te geven en het is 'slechts' 19-20 cm lang, het
lemmet is maar 7 cm, waarmee het een klein mesje
is.)
De stichting moest eerst officieel worden opgericht door de notaris (dat gebeurde met terugwerkende kracht 13 september 1999). | - |
6 oktober
|
Vervolgens werd een uittreksel van de stichtingsakte verzonden aan Louwes. | - |
11 oktober |
Louwes moest vervolgens de KvK melden dat hij een stichting wilde aanmelden. | - |
14 oktober |
De KvK reageerde hierop met het opsturen van een aanmeldingsformulier en het verzoek kopieën van stukken m.b.t. de toekomstige bestuursleden bij te sluiten. | - |
28 oktober
|
Dit formulier en bijlagen moesten vervolgens weer teruggezonden worden. | - |
4 november |
Nu kreeg Louwes een inschrijvingsbewijs van de KvK. | - |
11 november |
Met dit inschrijvingsbewijs kon de officiële rekening van de stichting worden geopend. | - |
15 november |
Hij had het geld kunnen storten op de rekening van het slachtoffer.
Hij had het geld kunnen storten op de rekening van zijn werkgever.
Hij had het geld vanaf de geopende rekening kunnen overmaken naar een andere meer geschikte rekening, zoals één van de hierboven geschetste mogelijkheden.
Hij had het geld gewoon thuis moeten opbergen.
Uitgaande van deze link, die toch helemaal niet moeilijk te vinden is: http://nl.wikipedia.org/wiki/Rijksweg_27, blijkt het volgende:
Ook
het traject voor de aansluiting van de A27
met de A6 onderging een grondige
wijziging. Links de situatie in 1998 en
rechts in 1999.
|
|
De Stichtse Brug was inmiddels verdubbeld, ergens in 1999 werd de weg erover van 2x1 rijbaan omgebouwd tot 2x2 rijbanen. Dit moet de nodige omleidingen hebben veroorzaakt. | |
De
aansluiting op de N27/N305 kreeg niet alleen
andere nummers, maar ook een geheel andere
vorm, van een gelijkvloerse T-splitsing naar
een kruising met viaduct. Weer ging een deel
van 2x1 naar 2x2. De N305 stond al bekend om
zijn verkeersintensiteit; dat moet ten tijde
van deze werkzaamheden een drama geweest
zijn. Zie ook de hieronder gereproduceerde
folder: |
|
Rood - geel -rood was destijds de
kortste route. Twee van de drie bouwlocaties
waren te vermijden door een meer westelijke
route te kiezen, dus geheel rood,
zoals velen met de
bestemming Almere
zullen hebben gedaan, met voorspelbare
gevolgen uiteraard; het beruchte waterbed-effect.
Louwes verkeerde daarentegen in de gunstige
omstandigheid een meer oostelijke route te
kunnen kiezen en dat deed hij dan ook. De
route langs de blauwe pijlen werd in
december 1999, twee-en-halve maand later,
opengesteld. |
In http://www.cstl.nist.gov/strbase/validation/ADFS-BH_Identifiler.pdf (2001?) over de eigenschappen van de ABI Prism 310 Genetic Analyzer op basis van gegevens van meerdere onderzoeksteams vinden wij het volgende citaat: "Confident allele calls can be made from 75 RFUs on this instrument (..)to a sensitivity of [100 pg] of DNA. 75 RFU [threshold is recommended] for forensic samples to produce confident and reproducible allele calls." Dit citaat stemt overeen met de aangehaalde literatuur. Vervolgens is de onderstaande berekening van belang (uit: http://www.cstl.nist.gov/biotech/strbase/FDT2e.htm; een autoriteit met meer gewicht dan John M. Butler valt nauwelijks aan te duiden):
Met (0,1 x 167 =) 17
cellen is dus een compleet DNA-profiel te
meten met het gebruikte apparaat.
In http://www.cstl.nist.gov/strbase/validation/ADFS-BH_Identifiler.pdf
(2001?) over de eigenschappen van de ABI Prism 310
Genetic Analyzer op basis van gegevens van meerdere
onderzoeksteams vinden wij ook nog:
Waaruit blijkt, dat met het toestaan van
wat extra onzekerheid zelfs op het niveau van acht cellen nog volledige profielen kunnen worden
gemeten. Deze onzekerheid in de vorm van meerdere
vraagtekens, zien wij ook in de door het NFI
geproduceerde diagrammen terug.
Een schepje hier bovenop doet http://www.cstl.nist.gov/../STR_Ref
Identifiler
validation.pdf:
At 62 pg input DNA [demo: 10
cellen], 144 of 174
peaks (injections not averaged) were detected
above 50 RFU with a maximum of 239 RFU. The 30
remaining peaks were all visible above 25 RFU. Hiervan
vergezeld gaat een overtuigend diagram:
Maar het kan nog doller; dit schrijft
Kloosterman (de NFI DNA-deskundige tijdens het proces)
in 2008 in het artikel:
SGM-Plus DNA-analysesysteem
Onder
standaardomstandigheden hebben de huidige
commercieel verkrijgbare DNA-analysesystemen een
gevoeligheid van minder dan één nanogram (een
duizendste microgram) DNA. In de praktijk kan onder
standaard-omstandigheden zelfs uit 0,2 nanogram
[demo: =200 pg] DNA (ongeveer 35
wangslijmvliescellen) een DNA-profiel worden
verkregen.
(demo: Het SGM-Plus systeem is sinds 1999 bij het NFI
in gebruik, lezen wij in datzelfde artikel: Prof. dr. A.D. Kloosterman en drs.
A.J. Meulenbroek 2008: DNA-onderzoek van
minimale biologische sporen; gevoelige problematiek).
En om het nog wat duidelijker te maken
dit citaat:
"STR analysis by
multiplex PCR has enabled the forensic scientist to
derive DNA profiles from minute amounts of
biological sample. Using the commercially available
SGM Plus kit, reliable typing results can be
obtained [1]. Complete and accurate STR profiles can
be obtained from as little as 100
pg of DNA template."
A.D. Kloosterman*, P. Kersbergen 2003: International
Congress Series 1239 (2003) 795– 798. Let wel, dat in
[1] een artikel uit 2000 (E.A. Cotton et al. 2000
Validation of the AMPFlSTR SGM Plus system for use in
forensic casework, Forensic Sci. Int. 112 151– 161)
wordt aangehaald!
(Dat het citaat niet over LCN handelt, maakt het
vervolg van het artikel duidelijk: "By
further increasing the sensitivity of the typing
system, DNA profiling from minute traces of evidence
such as residues left in a fingerprint or palm mark
comes within reach. One way to increase the
sensitivity of PCR amplification is by simply
extending the number of PCR cycles. Increased
sensitivity of the SGM Plus typing system has been
achieved by extending the number of cycles from 28
to 34.")
Je moet je afvragen, wat
er pretting is aan het regelmatig wisselen van
kleding. Opvallend is allereerst de vaststelling, dat
er twee blouses in de douchecel hingen. De
huishoudster nam aan, dat ze alle net gewassen waren,
maar heeft daarvoor geen bewijs of aanwijzing; de
blouses waren zeker droog en konden daar gewoon te
luchten hebben gehangen.
Waarom zou je dat doen?
Als je een katoenen kledingstuk aantrekt, dan is dat
om twee redenen buitengewoon plezierig: de blouse is
naar verhouding koel, zo'n 15 oC koeler
dan de oppervlakte van de huid. Voorts is de blouse
droog. Cellulose heeft sterk hygroscopische
eigenschappen, d.w.z. dat het onmiddellijk begint met
het opnemen van waterdamp, waardoor de relatieve
vochtigheidgraad aan het huidoppervlakte daalt. Deze
daling wordt door de huid weer aangevuld door de
verdamping van vocht: de huid koelt daardoor af.
Daarom voelt een katoenen kledingstuk zo koel aan bij
het aantrekken.
Dit alles was die dagen extra belangrijk, omdat de
temperaturen ver boven normaal lagen voor de tijd van
het jaar.
Dit alles is van voorbijgaande aard; het shirt wordt warm en raakt verzadigd met water. De 'magie' raakt verloren. Maar is wel gemakkelijk te herwinnen. Gewoon een nieuw shirt aantrekken en het gedragen shirt op een goed geventileerde plek 'laten luchten'. Na een paar uurtjes werkt de truc opnieuw.
De DNA-geweldshypothese. Rode stippen: DNA deposities Louwes. Grotere cirkels geven hogere graad van herleidbaarheid Open rode cirkels: ontbrekende DNA-deposities na onderzoek. Groene stippen: posities van ribbreuken. Hier zijn de posities weergegeven op basis van de handgeschreven aantekeningen, die de patholoog-anatoom ten tijde van de sectie heeft gemaakt. (In de definitieve versie van het verslag staan de posities tweemaal anders weergegeven.) Paarse markeringen: posities van messteken. Gele markering: positie spoor 20; in de eerste NFI- reportage overigens gelegen aan de overzijde van de blouse. Blauwe markeringen: positie en vorm van onderhuidse blauwe plekken. Kortom: het zwaartepunt van de DNA-deposities ligt juist in een gebied, waarin de geweldsporen het meest minimaal waren. Overigens gaf de patholoog-anatoom later op navraag aan, dat de druk centraal op de romp was uitgeoefend. Op die plek juist bevonden zich onderhuidse bloeduitstortingen in de vorm van een hand. Merk op, dat de sleutelbeenderen van het slachtoffer NIET gebroken waren. |
Op basis van de verhoren van de klusjesman kan de route die hij gewoon was te nemen worden ingetekend, zoals die met die verhoren overeenstemt. De klusjesman verklaarde altijd de straat tegenover de woning van mevrouw Wittenberg in te lopen, dat moet wel de Sylvannusstraat geweest zijn. Later heeft hij die met de politie nagereden en toen zullen ze niet over het fietspad gekomen zijn, zoals Maurice de Hond dat heeft ingetekend en ook een omweg oplevert.
Links de route volgens Maurice de Hond, rechts de weergave op basis van de verhoren van de klusjesman. |
In het PV van 12 oktober 1999 verklaart de klusjesman:
Ik ging altijd te voet. Als ik bij mevrouw Wittenberg vertrok stak ik de Zwolseweg over liep de straat tegenover de woning van Mevrouw in. Dan loop ik langs het spoor richting centrum/station.Dat betekent, dat de klusjesman de Sylvanusstraat inliep, inderdaad de kortste route. In het tactisch journaal 360 over hetzelfde interview:
Deze route met Michael nagereden en op papier gezet. Route omschrijving ingeleverd bij het secr
Beide briefjes bevatten de zinswending: maar toch wil ik u en dat zou volgens Maurice de Hond te onwaarschijnlijk zijn om op toeval te berusten. Ergo, deze briefjes zouden door de vriendin van de klusjesman moeten zijn geschreven - de klusjesman was zelf te dyslectisch om deze briefjes te kunnen schrijven, dat dan weer wel. Om te begrijpen dat zij dat gedaan moet hebben, moeten we eerst de logica van Maurice de Hond beter snappen. Tussen de 'vondst' van beide briefjes zat een maand, dat meldt Maurice de Hond ook nog in zijn podcast CSI op de Zwolseweg, alsof dat zijn argument versterkt. Jawel, maar op pas 19 oktober 1999 werd het eerste briefje op Opsporing Verzocht vertoond en prompt daarna, ergens tussen de avond van 20 oktober en de ochtend van 21 oktober werd er een tweede briefje bezorgd bij het politiebureau, waaronder de Zwolseweg viel (was alleen overdag open). Is het dan nog steeds zo toevallig of had iemand het programma Opsporing Verzocht op video opgenomen en daarna eens een leuk briefje geschreven om de recherche aan het nadenken te zetten?
Links
het eerste briefje (ingekleurde versie),
rechts het tweede briefje, dat pas verscheen,
nadat kort tevoren het linker briefje op TV
was getoond en besproken. |
In de besprekingen van
dit onderwerp wordt het werkwoord aanklikken
diverse malen gebruikt. Nooit werd gewaarborgd, dat de
gebruikers van deze term hetzelfde bedoelden. Er zijn
verschillende betekenissen mogelijk, omdat het begrip
nergens in de protocollen voor de werking van GSM
gedefineerd is, de protocollen zijn trouwens in het
engels geschreven (ETSI). Voor de term aanstralen
- zie 31
- geldt trouwens hetzelfde.
Er kunnen verschillende betekenissen worden
verondersteld:
In alle gevallen kan het resultaat van de actie dus een andere zijn. Het toelaten van dergelijke onduidelijkheden maakt het veroordelen gemakkelijker en is mede daarom de opmaat tot het ontstaan van dwalingen.
Eerst maar eens de complete tekst (sic):
"En toen dacht ik hé, de nagelriemen, daar eet die aan, aan de bovenkant van zijn hand, daar bloedt het dus, niet aan de onderkant, aan de bovenkant. Nou ga je iemand wurgen die een blouse aan heeft met zo’n strook, dus waar komt het bloed? Aan de onderkant van die kraag en daar zit het ook, daar is het ook gevonden. Toen kon die van ons hoog en laag springen, maar dat wij dit nieuwe bewijs voor ons inderdaad acuut een moment is om te zeggen nu stoppen we met de zaak, want meneer Louwes, die heeft ons eigenlijk voorgelogen, daar komt het op neer, hij is wel degelijk de dader."
Het bloed op de vingers zit aan de verkeerde kant, en dat geldt ook voor het bloed op de sierkraag. Tweemaal mis is nu ineens dubbel mis. Geen enkele reden dus, om meneer Louwes af te serveren.
Eerst maar eens de min of meer complete tekst, geschoond van het gebruikelijke door elkaar gepraat:
"(AW:) Diep weggeborgen in een mand op zolder
bewaren zij Louwes' dagboekaantekeningen die hij
schreef in de eerste jaren van zijn gevangenschap.
Voor de Waisviszen zou de sleutel van alle raadselen
wel eens bij henzelf op zolder kunnen liggen. (..)
(Wanda Waisvisz):
Ik dacht ik zo van mijn stoel viel. (..) Dit is toch
eigenlijk de doorbraak en ja en dan is hij
ontmaskerd door eigen hand want hier staat
letterlijk wat mevrouw Wittenberg die ochtend aan
had, want ze had die blouse niet aan. Wat schrijf
meneer Louwes? Mevrouw Wittenberg daar belde ik bij
aan en ze deed open, ze moest naar de huisarts ze
had een vuurrode japon aan en ze was behangen met
heel veel sieraden. "
"Ik heb mij later nog enigszins de kleding herinnerd welke zij die ochtend droeg. Ik weet niet meer of het een jurk of een mantelpak was, maar de kleur was rood."
Hier staat dus duidelijk NIET genoteerd, dat mevrouw
Wittenberg geen blouse droeg, onder een mantelpakje
wordt heel vaak een blouse gedragen.
En de waarschijnlijkheid, dat mevrouw Wittenberg
een blouse droeg wordt nog veel waarschijnlijker, als
we de verklaring van de huishoudster voor het Hof van
Den Bosch aanhalen:
"Volgens mij droeg mevrouw Wittenberg op die
bewuste ochtend een rok met een witte blouse. Als
werkkleding droeg mevrouw Wittenberg normaliter een
donkerblauwe broek, een witte blouse en een rode
trui. De broek was steeds dezelfde. Ze had meerdere
witte blouses, ook met een streepje. Ook droeg ze
wel eens een lang, rood vest.
(..)
Ik weet niet of dat de blouse was die ik op de
foto bij de politie heb gezien. Mevrouw
Wittenberg droeg altijd een witte blouse.
(..)
Tegenover de rechter-commissaris heb ik verklaard
dat ik me herinnerde dat er op 23 september
1999 een rok met knopen aan de zijkant klaar hing.
Het is echter zo dat mevrouw Wittenberg die rok al
aan had."
Van alle genoemde mogelijkheden maakten Wanda en Annegriet alleen melding van de rode jurk in de podcast. Als dat geen tunnelvisie is. Ging het in die podcast niet juist om misbruik van de media?
In het tweede geval zag Louwes de file, omdat de file achterwaarts was aangegroeid en kon hij de file ontwijken door af te slaan. Dat kan niet anders dan bij Harderwijk zijn geweest. De aangroei van een file verloopt dusdanig, dat de staart van de file rond 20:15 in Harderwijk heeft gestaan. De situatie is dan nog meer onrealistisch, want dan moest Louwes langs Apeldoorn naar Deventer-noord rijden om in het bereik van de zender te komen - die stond NW gericht. De reisplanner voor afslag Harderwijk naar Deventer-noord geeft 50 of 57 km, waarbij de langste afstand de hoogste snelheid toelaat, zodat ruim 45 minuten reistijd nodig is. Kon Louwes dat wel in 20 minuten? Met het laatste stuk door de bebouwde kom van Deventer?
In het laatste geval zat Louwes op de fiets (fietspad). Reken maar uit.
De verschillende
mogelijkheden om vanaf (oogcontact met) de
file bij Beekhuizen 'onder de rook' van zender
14501 in Deventer te komen. Uiteraard laat het
bestaan van versterkte propagatie nog andere
scenario's toe, maar dan is de verklaring van
Louwes niet meer als leugenachtig te
betitelen. |