Fact checking - de details


8. De data-registratie van de foto's van de CDROM met foto's van de blouse laat zien, dat deze foto's veel eerder genomen werden dan december 2003, waaruit blijkt, dat de blouse helemaal niet zoek was en het DNA-bewijs is gefraudeerd.

De redenering is gebaseerd op het verschil in registratie van datum en tijdstip in het fotobestand zelf en de gegevens van dit bestand in het DOS van de computer. De redenering, die hieraan ten grondslag ligt, gaat voorbij aan het gegeven, dat er twee principieel verschillende wegen bestaan, om de laatstgenoemde registratie te verkrijgen:

Het team ontdekte, dat een zelfde tafereel, genomen door twee verschillende digitale camera's een totaal verschillende manier van registratie had ondergaan; in één van de twee gevallen waren datum van opname en DOS-datum vrijwel gelijk (Er zat door zomeren wintertijd een uur verschil tussen plus enige seconden). Dat zou dus de correcte datum moeten zijn geweest. Het bewijst echter alleen, dat hier een geheugenkaart werd gebruikt, waardoor de verkeerde datuminstelling van de camera op twee verschillende plaatsen terecht kon komen.

Toelichting:

Het team rond Maurice verkreeg in 2006 via de verdediging van Ernest Louwes een CD-ROM met fotomateriaal van de blouse. Op deze CD-ROM bleken o.m. foto's van twee digitale camera's te staan. Bestudeer je fotobestanden, dan kun je in die bestanden twee soorten datum/tijdgegevens aantreffen:

  1. een datum/tijd, waarop de foto is genomen - deel van het foto-formaat, meestal 'jpeg'. Deze wordt toegekend door het operating system van de camera.
  2. een datum/tijd, waarop het fotobestand is opgenomen in de een of andere computer, toegewezen door het operating system van de computer (Windows bijvoorbeeld).

En nu volgt het misverstand: een digitale camera is ook een computer. De twee vastgelegde datum/tijden zijn derhalve vrijwel gelijk. Er behoort slechts een fractie van een seconde tussen de twee datum/tijden te zitten, de tijd die nodig is om de genomen foto uit het geheugen van de camera/computer op de geheugendrager te zetten (geheugenkaartje). Deze tussentijd is in de afgelopen jaren steeds verder geslonken - de camera's (en geheugenkaartjes) zijn steeds 'sneller' geworden.

Op de CDROM staan twee reeksen, die van belang zijn, een reeks gemaakt met een KODAK DCS-760c en een reeks, gemaakt met een SONY DCR-PC110E.

De datum-gegevens van de SONY komen overeen met bovenstaande beschrijving: de gegevens in de foto komen overeen met de bestandsgegevens. Dit zegt dus NIETS over de nauwkeurigheid van deze gegevens. Als de SONY-klok verkeerd stond ingesteld (en dat kan worden aangetoond), zijn de foutieve gegevens gewoon op TWEE plaatsen gekopiëerd.

De datum-gegevens van de KODAK vertonen een ander patroon. De foto-datum/tijdgegevens wijken sterk af van de bestands-datum/tijdgegevens. De verklaring is eenvoudig: als je de foto's via een USB-kabel van de camera 'overspoelt' naar de computer, dan blijven de datum/tijdgegevens IN de foto hetzelfde, maar de bestands-datum/tijdgegevensgaan verloren. Deze nemen nu het tijdstip uit de computerklok over van het moment dat de foto's zijn OVERGESPOELD. Nu vertonen de datum/tijdgegevens dus twee soorten fouten: de onnauwkeurigheid van de klok van de camera EN de onnauwkeurigheid van de klok van de computer.

Omdat de INHOUD van de foto's aangeeft, wanneer de foto's genomen kunnen zijn, zijn ze goed te dateren. Aan de data, die in de bestanden staan heb je verder NIETS. Het team van Maurice ontging de consequentie van de verschillende methoden, waarop de diverse data in de diverse bestanden terecht komen. Zij dachten, dat de SONY-data wel klopten, omdat de SONY-data gelijk vielen met de computerdata. Het ontging ze, dat de betrokken computer de SONY-camera zelf was.

21. Twee getuigen beweren dat de pleegzoon een krom mes bij zich droeg in zijn laars, zoals aangetroffen in een afdruk in bloed op de blouse. Daaruit zou van het moordwapen en van een leugenachtige verklaring kunnen blijken omdat hij stellig ontkende dat hij een mes in zijn laars droeg.

De beschrijvingen van dat mes kloppen voor geen meter met de eigenschappen van het Global mes (o.a. door het gebruik van karakteristieken als groot en met zwart heft). Voorts noemen meerdere getuigen juist andere (typen) messen in hun verklaringen.

Toelichting:

De ex:

1)Het mes was circa 30 centimeter lang. Het betreft een heft en lemmet uit één geheel. Het betrof een soort overlevingsmes. Dit mes zat in een zwarte schede. Het heft was mogelijk zwart en/of zilverkleurig . Het lemmet was zilverkleurig en het was volgens mij aan een zijde snijdend. Het lemmet liep aan de voorkant (punt) in een boog omhoog. De breedte van het lemmet zal ca. 2,5 cm - 3 cm breed zijn geweest

2)Hij had hoge laarzen en ik heb gezien dat hij een mes hierin had. Ik heb het heft gezien, maar niet het lemmet. Het heft was zwart met een zilver randje aan de bovenkant.

3 & 4) Volgens getuige had [hij] in de tijd dat zij bij hem over de vloer kwam een groot apart mes en een vuurwapen onder zijn kussen in bed liggen. Zij had beide wapens wel eens in haar handen gehad en bekeken. Ook droeg hij altijd een Zwitsers mes bij zich. (mijn cursief).

Geen van deze beschrijvingen lijken op het Globalmes (GS8), dat omlaag gebogen is, nogal klein en een metalen heft heeft. (In een ander rapport wordt dan ook een overlevingsmes met een omhooglopende punt getoond). Voorts verklaart Michael, dat hij dit mes, dat de getuige hier beschrijft intussen had verkocht aan een kok.

Dan is er nog getuige L, die soms zo geciteerd wordt, dat het ergens op gaat lijken: "Ik heb het mes in zijn laars een aantal malen gezien. Hij toonde het aan mij en anderen. Het mes was circa 15 à 20 centimeter lang. En het lijkt heel erg op een Global-mes. Want die hebben een lemmet dat verzonken zit in het mes zelf en met allerlei puntjes op het heft. En dat was het geval met dit mes."
Maar zijn inleiding verknoeit het beeld nogal: "De leatherman mes had hij in een lederen holster aan zijn riem hangen. En het grote lange mes droeg hij in zijn laars." (mijn cursief).
En ook zijn eindconclusie haalt de Global GS8 hypothese nogal onderuit: "En het mes is te groot om een sinasappel of appel te schillen." (Het Global GS8 mes is een mes op groenteknollen te schillen cq. vorm te geven en het is 'slechts' 19-20 cm lang, het lemmet is maar 7 cm, waarmee het een klein mesje is.)


25. Louwes had een rekening moeten openen op naam van de Dr. Wittenberg stichting.

Dat kon eenvoudigweg niet, omdat de stichting weliswaar was aangemeld, maar de bewijsstukken voor het bestaan op dat moment (14 oktober) waren nog niet voorhanden. De hele procedure verliep in een aantal tijdrovende stappen:

De stichting moest eerst officieel worden opgericht door de notaris (dat gebeurde met terugwerkende kracht 13 september 1999).
-

6 oktober
Vervolgens werd een uittreksel van de stichtingsakte verzonden aan Louwes. -
11 oktober
Louwes moest vervolgens de KvK melden dat hij een stichting wilde aanmelden. -
14 oktober
De KvK reageerde hierop met het opsturen van een aanmeldingsformulier en het verzoek kopieën van stukken m.b.t. de toekomstige bestuursleden bij te sluiten.
-

28 oktober
Dit formulier en bijlagen moesten vervolgens weer teruggezonden worden. -
4 november
Nu kreeg Louwes een inschrijvingsbewijs van de KvK. -
11 november
Met dit inschrijvingsbewijs kon de officiële rekening van de stichting worden geopend. -
15 november

De data zijn geschat op basis van gangbare bureaucratische termijnen, vetgedrukte data hebben ondersteuning in het dossier. In deze categorie vallen ook opmerkingen als:

Hij had het geld kunnen storten op de rekening van het slachtoffer.

Hij had het geld kunnen storten op de rekening van zijn werkgever.

Hij had het geld vanaf de geopende rekening kunnen overmaken naar een andere meer geschikte rekening, zoals één van de hierboven geschetste mogelijkheden.

Hij had het geld gewoon thuis moeten opbergen.


27. Volgens Ernst L. was hij om 21.00 uur weer thuis in Lelystad. Hij heeft echter een nogal opvallende route naar huis genomen. Hij rijdt via Amersfoort, Harderwijk en 't Harde naar Lelystad. Bepaald niet de snelste weg vanuit Utrecht. Logischer lijkt het om via Almere naar Lelystad te rijden. Deze route is namelijk zo'n 50 kilometer korter. (Peter R. de Vries)

Toelichting:

Uitgaande van deze link, die toch helemaal niet moeilijk te vinden is: http://nl.wikipedia.org/wiki/Rijksweg_27, blijkt het volgende:

A27 opening


Ook kan een vergelijking van de verkeerssituaties gemaakt worden van het aanlooptraject, dat voordien al werd 'aangepakt'; zie de link topotijdreis.nl:

Ook het traject voor de aansluiting van de A27 met de A6 onderging een grondige wijziging. Links de situatie in 1998 en rechts in 1999.
De Stichtse Brug was inmiddels verdubbeld, ergens in 1999 werd de weg erover van 2x1 rijbaan omgebouwd tot 2x2 rijbanen. Dit moet de nodige omleidingen hebben veroorzaakt.
De aansluiting op de N27/N305 kreeg niet alleen andere nummers, maar ook een geheel andere vorm, van een gelijkvloerse T-splitsing naar een kruising met viaduct. Weer ging een deel van 2x1 naar 2x2. De N305 stond al bekend om zijn verkeersintensiteit; dat moet ten tijde van deze werkzaamheden een drama geweest zijn. Zie ook de hieronder gereproduceerde folder:

Rood - geel -rood was destijds de kortste route. Twee van de drie bouwlocaties waren te vermijden door een meer westelijke route te kiezen, dus geheel rood,  zoals velen met de bestemming Almere zullen hebben gedaan, met voorspelbare gevolgen uiteraard; het beruchte waterbed-effect. Louwes verkeerde daarentegen in de gunstige omstandigheid een meer oostelijke route te kunnen kiezen en dat deed hij dan ook. De route langs de blauwe pijlen werd in december 1999, twee-en-halve maand later, opengesteld.



30. Tussen 't Harde en Deventer stonden ook al in 1999 honderden basisstations (arrest Den Bosch 9 februari 2004).

De gegevens van het antenneregister geven de situatie anno 1999 weer:

basisstations


 

39. Ter zitting van 26 januari 2004 heeft ing. Eikelenboom verklaard dat voor het met behulp van genoemde standaardmethoden verkrijgen van een bruikbaar DNA-profiel van huidcellen minimaal 200 cellen dienen te zijn overgebracht en dat bij het bedoelde zakelijke, oppervlakkige contact in het algemeen minder dan deze hoeveelheid zal worden overgedragen (arrest Den Bosch 9 februari 2004).

Toelichting:

In http://www.cstl.nist.gov/strbase/validation/ADFS-BH_Identifiler.pdf (2001?) over de eigenschappen van de ABI Prism 310 Genetic Analyzer op basis van gegevens van meerdere onderzoeksteams vinden wij het volgende citaat: "Confident allele calls can be made from 75 RFUs on this instrument (..)to a sensitivity of [100 pg] of DNA. 75 RFU [threshold is recommended] for forensic samples to produce confident and reproducible allele calls." Dit citaat stemt overeen met de aangehaalde literatuur. Vervolgens is de onderstaande berekening van belang (uit: http://www.cstl.nist.gov/biotech/strbase/FDT2e.htm; een autoriteit met meer gewicht dan John M. Butler valt nauwelijks aan te duiden):

Butler


Met (0,1 x 167 =) 17 cellen is dus een compleet DNA-profiel te meten met het gebruikte apparaat.

In http://www.cstl.nist.gov/strbase/validation/ADFS-BH_Identifiler.pdf (2001?) over de eigenschappen van de ABI Prism 310 Genetic Analyzer op basis van gegevens van meerdere onderzoeksteams vinden wij ook nog:

Waaruit blijkt, dat met het toestaan van wat extra onzekerheid zelfs op het niveau van acht cellen nog volledige profielen kunnen worden gemeten. Deze onzekerheid in de vorm van meerdere vraagtekens, zien wij ook in de door het NFI geproduceerde diagrammen terug.

Een schepje hier bovenop doet http://www.cstl.nist.gov/../STR_Ref Identifiler validation.pdf:
At 62 pg input DNA [demo: 10 cellen], 144 of 174 peaks (injections not averaged) were detected above 50 RFU with a maximum of 239 RFU. The 30 remaining peaks were all visible above 25 RFU. Hiervan vergezeld gaat een overtuigend diagram:

gevoeligheid AB Prism 310

Maar het kan nog doller; dit schrijft Kloosterman (de NFI DNA-deskundige tijdens het proces) in 2008 in het artikel:

SGM-Plus DNA-analysesysteem
Onder standaardomstandigheden hebben de huidige commercieel verkrijgbare DNA-analysesystemen een gevoeligheid van minder dan één nanogram (een duizendste microgram) DNA. In de praktijk kan onder standaard-omstandigheden zelfs uit 0,2 nanogram [demo: =200 pg] DNA (ongeveer 35 wangslijmvliescellen) een DNA-profiel worden verkregen.
(demo: Het SGM-Plus systeem is sinds 1999 bij het NFI in gebruik, lezen wij in datzelfde artikel:  Prof. dr. A.D. Kloosterman en drs. A.J. Meulenbroek 2008: DNA-onderzoek van minimale biologische sporen; gevoelige problematiek).

En om het nog wat duidelijker te maken dit citaat:
"STR analysis by multiplex PCR has enabled the forensic scientist to derive DNA profiles from minute amounts of biological sample. Using the commercially available SGM Plus kit, reliable typing results can be obtained [1]. Complete and accurate STR profiles can be obtained from as little as 100 pg of DNA template."
A.D. Kloosterman*, P. Kersbergen 2003: International Congress Series 1239 (2003) 795– 798. Let wel, dat in [1] een artikel uit 2000 (E.A. Cotton et al. 2000 Validation of the AMPFlSTR SGM Plus system for use in forensic casework, Forensic Sci. Int. 112 151– 161) wordt aangehaald!
(Dat het citaat niet over LCN handelt, maakt het vervolg van het artikel duidelijk: "By further increasing the sensitivity of the typing system, DNA profiling from minute traces of evidence such as residues left in a fingerprint or palm mark comes within reach. One way to increase the sensitivity of PCR amplification is by simply extending the number of PCR cycles. Increased sensitivity of the SGM Plus typing system has been achieved by extending the number of cycles from 28 to 34.")

41. De blouse moet in dat geval (het delict op vrijdag) door het slachtoffer twee dagen achtereen zijn gedragen, zonder te wassen, hetgeen ongebruikelijk was voor haar kleedgedrag. Louwes kan alleen op donderdagochtend zijn DNA hebben achtergelaten.

Toelichting:

Je moet je afvragen, wat er pretting is aan het regelmatig wisselen van kleding. Opvallend is allereerst de vaststelling, dat er twee blouses in de douchecel hingen. De huishoudster nam aan, dat ze alle net gewassen waren, maar heeft daarvoor geen bewijs of aanwijzing; de blouses waren zeker droog en konden daar gewoon te luchten hebben gehangen.
Waarom zou je dat doen?
Als je een katoenen kledingstuk aantrekt, dan is dat om twee redenen buitengewoon plezierig: de blouse is naar verhouding koel, zo'n 15 oC koeler dan de oppervlakte van de huid. Voorts is de blouse droog. Cellulose heeft sterk hygroscopische eigenschappen, d.w.z. dat het onmiddellijk begint met het opnemen van waterdamp, waardoor de relatieve vochtigheidgraad aan het huidoppervlakte daalt. Deze daling wordt door de huid weer aangevuld door de verdamping van vocht: de huid koelt daardoor af. Daarom voelt een katoenen kledingstuk zo koel aan bij het aantrekken.
Dit alles was die dagen extra belangrijk, omdat de temperaturen ver boven normaal lagen voor de tijd van het jaar.

Dit alles is van voorbijgaande aard; het shirt wordt warm en raakt verzadigd met water. De 'magie' raakt verloren. Maar is wel gemakkelijk te herwinnen. Gewoon een nieuw shirt aantrekken en het gedragen shirt op een goed geventileerde plek 'laten luchten'. Na een paar uurtjes werkt de truc opnieuw.


46. Duidelijk was dat de presentatie van het DNA-bewijs veel indruk maakte op iedereen in de rechtszaal, ook op de rechters. Er was DNA ontdekt op precies die plekken waar je zou verwachten dat de moor­denaar zijn DNA achter zou laten, namelijk in de buurt van de ge­broken ribben. Dat zijn plaatsen waarvan vaststaat dat de moorde­naar daar kracht heeft gebruikt. (Bas Haan)

Hiervan kan een diagram worden gemaakt. Dit diagram laat zien, dat de zone waarbinnen het DNA van Louwes werd gevonden juist een negatieve afspiegeling vormt van de plaatsen, waar de ribben waren gebroken. Dit had de schrijver kunnen weten, indien hij zich had geïnformeerd.

Toelichting:

DNA-geweldshypothese
  
De DNA-geweldshypothese.

Rode stippen: DNA deposities Louwes. Grotere cirkels geven hogere graad van herleidbaarheid

Open rode cirkels: ontbrekende DNA-deposities na onderzoek.

Groene stippen: posities van ribbreuken. Hier zijn de posities weergegeven op basis van de handgeschreven aantekeningen, die de patholoog-anatoom ten tijde van de sectie heeft gemaakt. (In de definitieve versie van het verslag staan de posities tweemaal anders weergegeven.)

Paarse markeringen: posities van messteken.

Gele markering: positie spoor 20; in de eerste NFI- reportage overigens gelegen aan de overzijde van de blouse.

Blauwe markeringen: positie en vorm van onderhuidse blauwe plekken.


Kortom: het zwaartepunt van de DNA-deposities ligt juist in een gebied, waarin de geweldsporen het meest minimaal waren. Overigens gaf de patholoog-anatoom later op navraag aan, dat de druk centraal op de romp was uitgeoefend. Op die plek juist bevonden zich onderhuidse bloeduitstortingen in de vorm van een hand.
Merk op, dat de sleutelbeenderen van het slachtoffer NIET gebroken waren.
  


47.De klusjesman liep volgens Maurice de Hond langs het Partycentrum in de Kerkstraat terug en werd daar herkend als de 'enge man'.

Op basis van de verhoren van de klusjesman kan de route die hij gewoon was te nemen worden ingetekend, zoals die met die verhoren overeenstemt. De klusjesman verklaarde altijd de straat tegenover de woning van mevrouw Wittenberg in te lopen, dat moet wel de Sylvannusstraat geweest zijn. Later heeft hij die met de politie nagereden en toen zullen ze niet over het fietspad gekomen zijn, zoals Maurice de Hond dat heeft ingetekend en ook een omweg oplevert.



Links de route volgens Maurice de Hond, rechts de weergave op basis van de verhoren van de klusjesman.

In het PV van 12 oktober 1999 verklaart de klusjesman:

Ik ging altijd te voet. Als ik bij mevrouw Wittenberg vertrok stak ik de Zwolseweg over liep de straat tegenover de woning van Mevrouw in. Dan loop ik langs het spoor richting centrum/station.

Dat betekent, dat de klusjesman de Sylvanusstraat inliep, inderdaad de kortste route. In het tactisch journaal 360 over hetzelfde interview:

Deze route met Michael nagereden en op papier gezet. Route omschrijving ingeleverd bij het secr

Ofwel, het fietspad, dat op de plattegrond van de podcast van Maurice de Hond als zodanig niet herkenbaar is, kan geen deel uitgemaakt hebben van dit traject, ervan uitgaande dat de recherche dit traject met de auto nareed.


48. De twee anonieme briefjes - die een maand na elkaar werden aangetroffen - hebben een wel heel sterk overeenkomende tekst.

Beide briefjes bevatten de zinswending: maar toch wil ik u en dat zou volgens Maurice de Hond te onwaarschijnlijk zijn om op toeval te berusten. Ergo, deze briefjes zouden door de vriendin van de klusjesman moeten zijn geschreven - de klusjesman was zelf te dyslectisch om deze briefjes te kunnen schrijven, dat dan weer wel. Om te begrijpen dat zij dat gedaan moet hebben, moeten we eerst de logica van Maurice de Hond beter snappen. Tussen de 'vondst' van beide briefjes zat een maand, dat meldt Maurice de Hond ook nog in zijn podcast CSI op de Zwolseweg, alsof dat zijn argument versterkt. Jawel, maar op pas 19 oktober 1999 werd het eerste briefje op Opsporing Verzocht vertoond en prompt daarna, ergens tussen de avond van 20 oktober en de ochtend van 21 oktober werd er een tweede briefje bezorgd bij het politiebureau, waaronder de Zwolseweg viel (was alleen overdag open). Is het dan nog steeds zo toevallig of had iemand het programma Opsporing Verzocht op video opgenomen en daarna eens een leuk briefje geschreven om de recherche aan het nadenken te zetten?



Links het eerste briefje (ingekleurde versie), rechts het tweede briefje, dat pas verscheen, nadat kort tevoren het linker briefje op TV was getoond en besproken.


49. Door propagatie is het mogelijk dat radiogolven zeer grote afstanden overbruggen, maar de verstoring door andere stations brengt mee dat er weinig keuze is in het aanklikken van basisstations. Ondanks propagatie zal toch een van de buren van een basisstation worden gekozen.(arrest Den Bosch 9 februari 2004)

In de besprekingen van dit onderwerp wordt het werkwoord aanklikken diverse malen gebruikt. Nooit werd gewaarborgd, dat de gebruikers van deze term hetzelfde bedoelden. Er zijn verschillende betekenissen mogelijk, omdat het begrip nergens in de protocollen voor de werking van GSM gedefineerd is, de protocollen zijn trouwens in het engels geschreven (ETSI). Voor de term aanstralen - zie 31 - geldt trouwens hetzelfde.
Er kunnen verschillende betekenissen worden verondersteld:

  1. De mobiele telefoon (MS in het jargon) wordt aangezet en deze maakt contact met een beschikbaar signaal op basis van gegevens in het geheugen zoals dat was toen de telefoon werd uitgezet. Via dit signaal meldt de telefoon zich dan bij het bijbehorende basisstation in de omgeving, dat toevallig op ditsignaal uitzendt. Daarmee is de MS niet noodzakelijk verbonden met het basisstation, dat het krachtigste signaal uitzendt in de omgeving. De MS heeft nu contact met het basisstation, dat toevalligerwijs dezelfde frequentie gebruikt als één van de basisstations in de omgeving van de MS, toen deze werd uitgezet, in casu een basisstation in de omgeving van de Jaarbeurshallen in Utrecht.
    Zo'n basisstation, dat uitzond op de frequentie van de zender 14501 was er inderdaad.
  2. Als de voorgaande situatie is opgetreden maar er niet direct gebeld werd of als in de voorgaande situatie geen geschikt signaal werd gevonden, zal de MS binnen afzienbare tijd terugvallen op een andere routine (cell selection) en zich verbinden met de zender, die het sterkste signaal in de omgeving uitzendt. Dat zou je ook aanklikken kunnen noemen. Deze zender stuurt een lijst met frequenties naar de MS, waaruit deze kan kiezen als het signaal te zwak wordt. Deze lijst wordt nabuurlijst genoemd. De MS scant deze frequenties - het zijn er in deze casus rond twaalf frequenties - en stuurt een lijst terug met de zes sterkste frequenties en de bijbehorende zendernummers. Merk op dat er op dat moment geen gesprek wordt gevoerd (contra de verklaring van de KPN-deskundige voor het Hof).
  3. De telefoon verkrijgt van het gelieerde basisstation - zie de vorige stap - een gesprekskanaal toegewezen na het het aanvragen van een gesprek.
    Dit zou je ook aanklikken kunnen noemen, Dit is het beslissende moment in deze casus. Als we zinvol over aanstralen en aanklikken willen praten, moeten we het over deze stap hebben. Alleen heeft de MS nu niet langer de regie in handen. Die ligt in handen van het netwerk. Indien het druk is, gaat het netwerk op zoek naar de resterende mogelijkheden en zijn verrassende wendingen niet uitgesloten en soms zelfs wenselijk (directed retry). En dat gold nu juist in deze casus.

In alle gevallen kan het resultaat van de actie dus een andere zijn. Het toelaten van dergelijke onduidelijkheden maakt het veroordelen gemakkelijker en is mede daarom de opmaat tot het ontstaan van dwalingen.


50. Nou ga je iemand wurgen die een blouse aan heeft met zo’n strook, dus waar komt het bloed? Aan de onderkant van die kraag en daar zit het ook, daar is het ook gevonden. (Annegriet Wietsma laat Wanda Waisvisz aan het woord in de argos/HUMAN/VPRO podcast medio 2021)

Eerst maar eens de complete tekst (sic):

"En toen dacht ik hé, de nagelriemen, daar eet die aan, aan de bovenkant van zijn hand, daar bloedt het dus, niet aan de onderkant, aan de bovenkant. Nou ga je iemand wurgen die een blouse aan heeft met zo’n strook, dus waar komt het bloed? Aan de onderkant van die kraag en daar zit het ook, daar is het ook gevonden. Toen kon die van ons hoog en laag springen, maar dat wij dit nieuwe bewijs voor ons inderdaad acuut een moment is om te zeggen nu stoppen we met de zaak, want meneer Louwes, die heeft ons eigenlijk voorgelogen, daar komt het op neer, hij is wel degelijk de dader."

En dan een situatieschets d.m.v. een fotomontage:

Het bloed op de vingers zit aan de verkeerde kant, en dat geldt ook voor het bloed op de sierkraag. Tweemaal mis is nu ineens dubbel mis. Geen enkele reden dus, om meneer Louwes af te serveren.


51. Ik dacht ik zo van mijn stoel viel.
(..)
Dit is toch eigenlijk de doorbraak en ja en dan is hij ontmaskerd door eigen hand want hier staat letterlijk wat mevrouw Wittenberg die ochtend aan had, want ze had die blouse niet aan. Wat schrijf meneer Louwes? Mevrouw Wittenberg daar belde ik bij aan en ze deed open, ze moest naar de huisarts ze had een vuurrode japon aan en ze was behangen met heel veel sieraden. (Annegriet Wietsma laat Wanda Waisvisz aan het woord in de argos/HUMAN/VPRO podcast medio 2021)

Eerst maar eens de min of meer complete tekst, geschoond van het gebruikelijke door elkaar gepraat:

"(AW:) Diep weggeborgen in een mand op zolder bewaren zij Louwes' dagboekaantekeningen die hij schreef in de eerste jaren van zijn gevangenschap. Voor de Waisviszen zou de sleutel van alle raadselen wel eens bij henzelf op zolder kunnen liggen. (..)

(Wanda Waisvisz):
Ik dacht ik zo van mijn stoel viel. (..) Dit is toch eigenlijk de doorbraak en ja en dan is hij ontmaskerd door eigen hand want hier staat letterlijk wat mevrouw Wittenberg die ochtend aan had, want ze had die blouse niet aan. Wat schrijf meneer Louwes? Mevrouw Wittenberg daar belde ik bij aan en ze deed open, ze moest naar de huisarts ze had een vuurrode japon aan en ze was behangen met heel veel sieraden. "

Maar op 20 maart 2007 had de Telegraaf al een heel nummer van deze ontdekking gemaakt en bij die gelegenheid uit dat dagboek geciteerd, aantekeningen, die overigens pas jaren later waren gemaakt:

"Ik heb mij later nog enigszins de kleding herinnerd welke zij die ochtend droeg. Ik weet niet meer of het een jurk of een mantelpak was, maar de kleur was rood."

Hier staat dus duidelijk NIET genoteerd, dat mevrouw Wittenberg geen blouse droeg, onder een mantelpakje wordt heel vaak een blouse gedragen.
En de waarschijnlijkheid, dat mevrouw Wittenberg een blouse droeg wordt nog veel waarschijnlijker, als we de verklaring van de huishoudster voor het Hof van Den Bosch aanhalen:

"Volgens mij droeg mevrouw Wittenberg op die bewuste ochtend een rok met een witte blouse. Als werkkleding droeg mevrouw Wittenberg normaliter een donkerblauwe broek, een witte blouse en een rode trui. De broek was steeds dezelfde. Ze had meerdere witte blouses, ook met een streepje. Ook droeg ze wel eens een lang, rood vest.
(..)
Ik weet niet of dat de blouse was die  ik op de foto bij de politie heb gezien. Mevrouw Wittenberg droeg altijd een witte  blouse.
(..)
Tegenover de rechter-commissaris heb ik verklaard dat ik me herinnerde dat er op 23  september 1999 een rok met knopen aan de zijkant klaar hing. Het is echter zo dat mevrouw Wittenberg die rok al aan had."

Bedenk voorts, dat de blouse zodanig was gemaakt, dat de sierkraag over een trui of jasje zou vallen. En daarop werd het DNA (uit speeksel vermoedelijk) van Louwes gevonden, met een beetje DNA van mevrouw Wittenberg als gevolg van de mishandeling van de blouse door de Technische Recherche.
Al deze nuances waren echter aan Annegriet Wietsma (AW) van Argos/HUMAS/VPRO niet besteed.

Van alle genoemde mogelijkheden maakten Wanda en Annegriet alleen melding van de rode jurk in de podcast. Als dat geen tunnelvisie is. Ging het in die podcast niet juist om misbruik van de media?


52. De aanname dat E.L. (voor zover hier van belang: enkel) via de A28 naar huis is gereden, wordt bovendien onderbouwd met verwijzing naar zijn wetenschap van een file welke hij alleen kan hebben omdat hij er, kort gezegd, in gestaan heeft.
(..)
Het kan zo zijn geweest dat L. in een file heeft gestaan en dat die file niet op de radio is gemeld. Maar als hij (rond 20.00 uur) in die file heeft gestaan, dan wel zich op of dichtbij het bedoelde weggedeelte heeft bevonden, sluit dat niet uit dat hij diezelfde avond om 20.36 uur in of nabij Deventer is geweest.
(Eindrapportage Voorlopig Orienterend Onderzoek- 21 december 2007 -Openbaar Ministerie).

Het OM geeft voor de volledigheid de argumenten weer, waarop de stelling van de verdediging is gebaseerd en wel op basis van het politiedossier:

Het strafdossier waarover het gerechtshof te 's-Hertogenbosch in 200372004 de beschikking had, bevat hieromtrent verklaringen van werknemers van de bouwbedrijven RWS en Koop, die bevestigen dat er op 23 september 1999 wegwerkzaamheden hebben plaats gevonden op de A28 tussen Harderwijk en Nunspeet. Deze werkzaamheden begonnen om ongeveer 19:15 uur. Om 20:00 uur is een zogenaamd breedtetransport gepasseerd dat bij het viaduct Beekhuizen een file veroorzaakte. E.L. maakt inderdaad in zijn verklaring van 19 november 1999 melding van een file op de A28, veroorzaakt door een vrachtauto. Een tijdstip van de file noemt hij niet, enkel dat hij rond 21:00 uur is thuisgekomen.

Om te beoordelen, welke onzin hier wordt neergestort, dient men zich eerst te realiseren, dat de verklaring van Louwes handelt over een tijdstip voorafgaand aan zijn telefoongesprek van 20:36 uur. Aangezien de door hem gesignaleerde file ontstond voor die tijd, ligt het tijdstip van zijn waarneming tussen 20:00 uur en 20:36 uur. De oorzaak van de file heeft Louwes contra het hier gestelde niet vermeld. Wel heeft hij vermeld, dat hij achter een vrachtwagen reed, vermoedelijk de bron van het misverstand. Nu doen zich drie mogelijkheden voor:
  1. Louwes bevond zich in de onmiddellijke nabijheid van de oorzaak van de file.
  2. De file stond of reed er al, toen Louwes de file zag.
  3. Louwes bevond zich niet op de A28 maar op het viaduct van Beekhuizen.
In het eerste geval zat Louwes in de file en reed hij richting Nunspeet, waar de file weer oploste. De oorzaak van de file was het breedtetransport en het gegeven, dat dit breedtetransport niet tussen de wegafzettingen paste. Deze moest worden verzet. De rit naar Nunspeet zal naar schatting 15 minuten hebben bedragen. Dan resteert 20 minuten om Deventer te bereiken. Vanaf de afslag is dat 36 km, natuurlijk niet via de pont. Deze voert ten dele door de bebouwde kom (van Deventer) en over secundaire wegen. Gelukkig waren de schoolkinderen al thuis.

In het tweede geval zag Louwes de file, omdat de file achterwaarts was aangegroeid en kon hij de file ontwijken door af te slaan. Dat kan niet anders dan bij Harderwijk zijn geweest.  De aangroei van een file verloopt dusdanig, dat de staart van de file rond 20:15 in Harderwijk heeft gestaan. De situatie is dan nog meer onrealistisch, want dan moest Louwes langs Apeldoorn naar Deventer-noord rijden om in het bereik van de zender te komen - die stond NW gericht. De reisplanner voor afslag Harderwijk naar Deventer-noord geeft 50 of 57 km, waarbij de langste afstand de hoogste snelheid toelaat, zodat ruim 45 minuten reistijd nodig is. Kon Louwes dat wel in 20 minuten? Met het laatste stuk door de bebouwde kom van Deventer?

In het laatste geval zat Louwes op de fiets (fietspad). Reken maar uit.

De verschillende mogelijkheden om vanaf (oogcontact met) de file bij Beekhuizen 'onder de rook' van zender 14501 in Deventer te komen. Uiteraard laat het bestaan van versterkte propagatie nog andere scenario's toe, maar dan is de verklaring van Louwes niet meer als leugenachtig te betitelen.
Kortom, de geopperde mogelijkheid bestaat niet en Louwes' alibi is op dit punt onaantastbaar.